Morgen gaan we weer naar huis. De vakantie is voorbij. Drie weken kamperen, het was heerlijk. En
vanaf maandag ga ik alles anders doen. Ik ga vroeg naar bed, ik ga gezond eten, ik ga mijn vader
vaker opzoeken, ik ga meer wandelen met de honden.
O wacht.
Dit doe ik ieder jaar. En jij misschien ook.
Me voornemen van alles anders te gaan doen.
Om na een paar dagen of weken te constateren dat de meeste van mijn voornemens alweer naar de
achtergrond zijn gezakt.
Hoe erg is dat? Is het een reden om boos op jezelf te worden? Om het maar helemaal te laten zitten?
Om teleurgesteld te zijn in jezelf omdat je het niet hebt weten vast te houden?
Ik heb me voorgenomen er wat milder in te zijn naar mezelf dan voorheen. Omdat het ook gewoon
zo werkt in het leven. Je kunt op vakantie uitzoomen, even loslaten, uit de ratrace stappen.
Daar is vakantie ook voor. Er ontstaat ruimte, ook om te voelen wat je misschien anders zou willen.
Dat is
mooi en waardevol. En vervolgens, als je weer terug bent, dan neemt het leven je weer mee in alles
wat daar bij hoort. En verlies je uit het oog wat je voornemen ook al weer was.
Ik ga nu, in de voortent, een reminder maken, met steekwoorden, en die hang ik als we weer thuis
zijn op de koelkast. Daar kijk ik dan af en toe naar, en denk: o ja, dat is ook zo. Mild.